Google
Stuur een mail naar de Begeleidingsdienst voor Vrijescholen: P. van Meurs
                                                                  
Klas 3 F1 Schriftelijk lezen:

 

                                                                           
Referentieniveau in relatie tot de doelen uit Taalinlijn

Schriftelijke taalvaardigheden

 F1

lezen van teksten

 

1. lezen van fictionele teksten

 

kan verschillende genres lezen (raamvertelling, legende, parabel, sprookje) en kan daarbij diverse leesstrategieën hanteren

Kan eenvoudige teksten lezen over alledaagse onderwerpen en over onderwerpen die aansluiten bij de leefwereld.

kan het leesdoel bepalen

 

2. lezen van informatieve teksten

 

kan eenvoudige naslagwerken lezen en daarbij diverse leesstrategieën hanteren

Kan eenvoudige teksten lezen over alledaagse onderwerpen en over onderwerpen die aansluiten bij de leefwereld.

kan eenvoudige informatieve teksten lezen en daarbij diverse leesstrategieën hanteren

Kan eenvoudige teksten lezen over alledaagse onderwerpen en over onderwerpen die aansluiten bij de leefwereld.

3. leespromotie

 

kan een boeken top vijf (of 10) van de meest favoriete boeken samenstellen

 

4. technisch lezen

 

beheerst doelen zoals op schoolniveau vastgesteld:

 

streefniveau AVI tussen M4-E5, (oude AVI 4-6, of per halfjaar minimaal 1 niveau vooruitgang ten opzichte van vorige keer)

 

drieminuten toets niveau A en B

 

kan voorlezen aan de kleuters

 

Spelling

 

beheerst behandelde spelling werkwoorden

 

beheerst behandelde spelling categoriewoorden

 

beheerst interpunctie

 

Dubbele punt, punt, komma, puntkomma, uitroepteken, vraagteken

Begrijpend lezen

 

kinderen hebben kennis gemaakt met begrijpend leesstrategieën

Kan teksten zodanig vloeiend lezen, dat woordherkenning tekstbegrip niet in de weg staat.

Kent de meest alledaagse (frequente) woorden, of kan de betekenis van een enkel onbekend woord uit de context afleiden

Herkent specifieke informatie, wanneer naar één expliciet genoemde informatie-eenheid gevraagd wordt (letterlijk begrip).

Kan (in het kader van het leesdoel) belangrijke informatie uit de tekst halen en kan zijn manier van lezen daar op afstemmen (bijvoorbeeld globaal, precies, selectief/gericht)

zoekend

 

globaal

 

nauwkeurig

 

studerend

 

voorkennis mobiliseren

 

voorspellen en verifiëren

 

samenvatten

 

inferenties maken

 

soort tekst bepalen

 

vragen stellen aan de tekst

 

herkennen van de structuur

 

tekstbegrip bewaken

 

betekenis achterhalen

 

Kinderen hebben kennis gemaakt met tekstsoorten

 

kinderen hebben kennis gemaakt met tekstsoorten

Kan eenvoudige teksten lezen over alledaagse onderwerpen en over onderwerpen die aansluiten bij de leefwereld.

De teksten zijn eenvoudig van structuur; de informatie is herkenbaar geordend. De teksten hebben een lage informatiedichtheid; belangrijke informatie is gemarkeerd, of wordt herhaald. Er wordt niet teveel (nieuwe) informatie gelijktijdig geïntroduceerd.

De teksten bestaan voornamelijk uit frequent gebruikte (of voor leerlingen alledaagse) woorden.

recept uit een kinderkookboek

 

spoorboekje (uittreksel intercitylijnen bij NS loket verkrijgbaar)

 

inhoudsopgave van een boek

 

advertenties uit de krant

 

brief van een bekende

 

gedicht van elf

 

 

Download het hele word doc voor klas 3